Nederland 11.04.2024 - Van alle Oekraïense vluchtelingen van 15 tot 23 jaar in Nederland volgde 36% onderwijs op 1 oktober 2023.
De meeste 15- en 16-jarigen gaan naar een middelbare school. Vanaf 17 jaar gaan steeds minder Oekraïense vluchtelingen naar school en zijn ze vaker aan het werk in loondienst. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS naar Oekraïense vluchtelingen in Nederland.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn veel Oekraïners hun land ontvlucht. Op 1 oktober 2023 waren er bijna 98.000 Oekraïense vluchtelingen in Nederland. Daarvan waren bijna 30.000 tussen de 4 en 23 jaar oud. Van deze groep volgden 19.700 jongeren onderwijs in Nederland. Meer dan de helft (53%) ging naar een basisschool en 41% naar een middelbare school. Van de 4- tot 17-jarigen ging 92% naar school.
Hoe ouder de vluchtelingen zijn, hoe minder er naar school gaan of een opleiding doen. Van de 17- tot 23-jarigen volgde 21 procent een opleiding. 800 vluchtelingen deden een hbo- of wo-opleiding, 230 een mbo-opleiding en 80 volgden volwasseneducatie.
2 op de 3 wonen bij ouders
Op 1 oktober 2023 woonde 63% van de gevluchte Oekraïense 4- tot 23-jarigen bij een of beide ouders in Nederland. Dat zijn 18.900 vluchtelingen. Bij de Oekraïense vluchtelingen tot 17 jaar is dat 85%. Oekraïense vluchtelingen van 18 jaar of ouder wonen vooral alleen. Een deel van de Oekraïense vluchtelingen woonde in een ander soort huishouden, bijvoorbeeld bij een ander familielid dan ouder(s) of in een opvanggezin.
In Drenthe, Groningen en Zeeland wonen in verhouding de meeste jonge Oekraïense vluchtelingen per duizend jongeren van 4 tot 23 jaar. In de gemeenten Beek (Limburg) en Pekela (Groningen) was dit aantal het hoogst met 51 en 45 op de 1.000 jongeren. Deze gemeenten hebben beide een grote opvanglocatie voor Oekraïense vluchtelingen. In Noord-Brabant en Zuid-Holland woonden in verhouding weinig jonge Oekraïense vluchtelingen.
Regionaal voert gemeente Vlaardingen de lijst aan met 26 op de 1.000 jongeren. Gevolgd door Westland met 12, Den Haag 8, Rijswijk 7, Delft, Rotterdam en Maassluis 5 en Midden Delfland 1 op de 1.000 inwoners.