Burgemeester geeft verklaring omtrent mishandeling Gondelvaart

Geplaatst door Westlanders.nu op 18-11-2013 17:07 - Gewijzigd op 18-11-2013 20:34

De Lier 19.11.2013 - De fractie LPF Westland heeft de burgemeester op 7 oktober vragen gesteld over een zware mishandeling in de feestweek De Lier.


Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw “Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad” beantwoord de burgemeester deze vragen als volgt:

Vraag 1

Is de burgemeester het met ons eens, dat het handhaven van de openbare orde en optreden bij misdrijven primair een taak is van de politie en secundair van de door de organisatie ingehuurde security?

Antwoord

Het antwoord hierop is niet eenduidig te geven. Ik ben, op grond van artikel 172 Gemeentewet, verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde. Ik maak daarbij gebruik van de politie. De politie heeft daarbij een geweldsmonopolie. Voor misdrijven geldt dat de politie optreedt onder gezag van de Officier van Justitie.

Echter, in deze gaat het om de verantwoordelijkheden bij evenementen. Bij het verlenen van een evenementenvergunning op openbaar terrein worden over deze verantwoordelijkheden afspraken gemaakt met de organisator. De organisator moet de nodige maatregelen nemen om een veilig evenement te kunnen organiseren en is aansprakelijk voor deze veiligheidsmaatregelen. Buiten kijf blijft staan dat ik eindverantwoordelijk blijf voor de openbare orde tijdens evenementen.

Vraag 2

Is de burgemeester het met ons eens dat afspraken met de organisatoren van feesten geen beletsel mogen zijn tot adequaat optreden door de politie bij misdrijven en overtredingen.

Antwoord

Zeker bij grote, risicovolle, evenementen zoals de feestweek in De Lier, is het van belang goede afspraken te hebben tussen de verschillende betrokken partijen. Deze afspraken hebben juist tot doel voorafgaand duidelijkheid te scheppen over de taken tijdens het evenement en hoe hier naar te handelen. Deze afspraken vormen dus geen beletsel voor het optreden door politie.

Vraag 3

Waarom hebben de dienstdoende agenten niets anders gedaan dan (na aandringen van de echtgenote van het slachtoffer) het bekijken van het slachtoffer en het advies om de dag erna maar aangifte te doen?

Antwoord

De agenten zijn, direct nadat zijn op de hoogte zijn gesteld van incident, samen met medewerkers van het beveiligingsbedrijf, ter plaatse gegaan. Er is direct contact geweest met het slachtoffer. Het slachtoffer is gevraagd naar de daders, maar kon hier geen antwoord op geven. De agenten die ter plaatse waren, hebben geen vechtende personen gezien. Met de hen beschikbare informatie op dat moment kon niet tot aanhouding van daders worden overgegaan.

De agenten hebben het slachtoffer gewezen op het feit dat hij van een dergelijk incident aangifte zou moeten doen. Het slachtoffer wilde dit niet direct doen, maar op een later moment.

Vraag 4

Is de burgemeester het met de fractie van LPF Westland eens dat deze gang van zaken in strijd is met ieder rechtsgevoel?

Antwoord

Ja, hier ben ik het hartgrondig mee eens. Er zal altijd sprake zijn van een verstoord rechtsgevoel omdat er sprake is van een slachtoffer van geweld waarbij de daders niet direct konden worden aangehouden. Het incident heeft zich voorgedaan tijdens de Gondelvaart, onderdeel van de feestweek De Lier. Op deze activiteit komen duizenden bezoekers af. Een deel van deze bezoekers zal hetzelfde geschonden rechtsgevoel hebben. Overigens is de feestweek De Lier verder grotendeels probleemloos verlopen.

Vraag 5

Waarom heeft de arrestatie van de verdachten zolang geduurd? Filmpjes/beeldmateriaal was voorhanden!

Antwoord

Met de opsporing van de daders is de politie, onder gezag van de Officier van Justitie, direct gestart nadat alle feiten en omstandigheden op basis van de aangifte bekend waren. Het was voor het opsporingsonderzoek van belang om alle verdachten in deze zaak in één keer aan te kunnen houden. Het formeel juridisch vaststellen van de identiteiten van de verdachten heeft enige tijd in beslag genomen. Beeldmateriaal heeft daaraan bijgedragen.

Op woensdag 2 oktober leidde het onderzoek tot de eerste aanhoudingen in deze zaak.

Vraag 6

Is de burgemeester het met ons eens dat dit hufterige gedrag een hoge prioriteit moet krijgen bij de politie en dat we in het Westland gezamenlijk uitdragen dat we dit gedrag niet tolereren?

Antwoord

Ik ben als burgemeester van mening dat geweld moet worden aangepakt. Als burgemeester en sprekend namens het college en de Gemeenteraad ben ik het volledig het u eens dat wij geweld niet tolereren in Westland.

Vraag 7

Het lijkt erop dat de inschatting van het letsel wederom niet op waarde is geschat door de politie (dit was eerder ook het geval in de Parkzaak in ’s-Gravenzande). Hoe voorkomen we dat dit nog vaker voor gaat komen?

Antwoord

Na extra intern onderzoek door de politie kan ik uw mening over een verkeerde inschatting van het letsel door politie niet onderschrijven. Uiteraard is het van belang dat naaste een goede opname van de aangifte, de waarde van het letsel op waarde wordt geschat.

De agenten die ter plaatse zijn geweest en hebben gesproken met het slachtoffer, hebben uiteraard ook opgemerkt dat het slachtoffer, die behoorde tot de feestgangers, gewond was. Het slachtoffer had bloed aan zijn gezicht door een bloedneus of bloedlip. Tevens vertelde het slachtoffer last te hebben van zijn arm. Het slachtoffer is voorgesteld om een ambulance te laten komen dan wel naar de EHBO-post van de organisator van de feestweek te gaan. Het slachtoffer heeft aangegeven dit niet te willen.

Op basis van de waarnemingen door de agenten ter plaatse, aangevuld met hetgeen het slachtoffer zelf heeft verteld, kan ik niet anders dan concluderen dat de agenten ter plaatse niet anders konden handelen. Achteraf is gebleken dat het slachtoffer ernstig letsel aan onder meer de schouder had.

Vraag 8

Na de genoemde zaak in ’s-Gravenzande en eerder dit jaar de onrust in Wateringen, lijkt het erop dat er pas na actie vanuit de plaatselijke politiek, in deze gevallen door onze fractie, er meer aandacht gegeven is aan de desbetreffende zaak. In onze ogen moeten deze zaken ook zonder inmenging van de politiek sneller en adequater worden aangepakt. Deelt u deze mening?

Antwoord
De door u aangehaalde zaken hebben geen enkele inhoudelijke relatie met elkaar. Het zijn op zich zelf staande incidenten. Overigens heeft de opsporing van verdachten van geweldszaken topprioriteit bij de politie, zoals ook aan de orde is gekomen in de presentatie van de bureauchef van politie, bureau Westland aan de raadsommissie Bestuur op woensdag 12 november. Aansporing op deze zaken heeft de politie dan ook niet nodig. Wel is van belang dat er goede opsporingsindicaties zijn en dat getuigen verklaringen afleggen. Overigens zijn in alle, door u aangehaalde zaken, de daders aangehouden.

Met actieve burgerparticipatie, en deze is in Westland al op een hoog peil, maken we Westland nog veiliger.

Ik ga er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Hoogachtend,

de burgemeester van Westland,

J. van der Tak

 

 

 

 

 

Reacties ((geen reacties geplaatst))

Nog geen reactie geplaatst

Plaats een reactie

U bent vrij om te reageren met behoud van respect en fatsoen. Kleineren is not done. Alle geplaatste reacties worden een paar keer per dag nagekeken en zijn niet direct zichtbaar. Dus even geduld aub.