College geeft verklaring omtrent geheimhouding van informatie

Geplaatst door Westlanders.nu op 19-09-2015 05:50 - Gewijzigd op 19-09-2015 08:25

Westland 19.09.2015 - De fractie Westland Verstandig heeft het college in augustus vragen gesteld over het opleggen van geheimhouding aan de raad van informatie.


Ingevolge het bepaalde in artikel 26 van uw "Reglement van Orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de Raad van de gemeente Westland 2013", beantwoorden zij deze vragen als volgt:

Vraag 1

Waarom is uw college plotsklaps overgegaan tot het gebruiken van de variant van artikel 25 lid 4 van de Gemeentewet om geheimhouding van stukken toegezonden aan de hele Raad alsnog op te leggen?

Antwoord 1

In de commissie Bestuur van 11 juni jongstleden stond de werkwijze bij raadsvragen geagendeerd. Daarbij waren tevens twee adviezen opgenomen van dhr. prof. mr. dr. D.J. Elzinga, waarbij onder andere op artikel 25 Gemeentewet wordt ingegaan. Dit advies heeft ons meer inzicht gegeven in de reikwijdte van artikel 25 en de vraag in welke gevallen de raad (voorlopig) opgelegde geheimhouding dient te bekrachtigen.

Artikel 25 van de Gemeentewet kent twee mogelijkheden die zijn uitgewerkt in lid 3 en lid 4. Op basis van lid 3 dient de (voorlopige) geheimhouding die door het college wordt opgelegd door de raad te worden bekrachtigd. Via lid 4 kan het college geheimhouding opleggen waaraan de raad zondermeer is gebonden.

Bij het beantwoorden van de vraag of van lid 3 of lid 4 van artikel 25 Gemeentewet gebruik gemaakt dient te worden is de reden van het verstrekken van de informatie van belang. Als deze betrekking heeft op besluitvorming door de raad (er is bevoegdheid voor de raad aanwezig) is bekrachtiging van de geheimhouding door de raad noodzakelijk en geldt lid 3. Als de raad stukken ontvangt die ter informatie worden verstrekt (primair geen besluitvormingsbevoegdheid voor de raad) is er de mogelijkheid van lid 4, waarbij eenzijdig geheimhouding kan worden opgelegd. (foto planetxnews.com)

 

Vraag 2

Welke criteria hanteert uw college bij het opleggen van geheimhouding nu volstrekte willekeur op dit punt aanwezig is? Illustratief is het toezenden van twintig ordners over de asbestschade in Wateringen met stukken die volstrekt niet geheim zijn, althans waar geheimhouding volstrekt niet van te begrijpen is. Nog sterker waarvan menig stuk al aan burgers en pers die een beroep deden op de Wet Openbaarheid Bestuur zijn toegezonden. Waarom is dit nodig en waarom deze achterdocht richting raadsleden en de Westlandse burgers en richting de betrokkenen die graag het gehele dossier wensen in te zien?

Antwoord 2

In een op 15 juli 2015 aan uw raad verzonden brief is aangegeven dat de stukken uit het asbestdossier vooralsnog onder geheimhouding beschikbaar worden gesteld. Zoals u destijds is gemeld, is deze volledige geheimhouding gebaseerd op het gegeven dat er een groot aantal stukken aan u beschikbaar wordt gesteld en dat het een tijdrovende klus is om een selectie te maken tussen stukken die een vertrouwelijk karakter hebben en stukken die openbaar zijn. Het snel verstrekken van de stukken heeft prioriteit gekregen. De selectie vertrouwelijk-openbaar wordt op termijn gemaakt. 

Vraag 3

Is het college het met de fractie van Westland Verstandig eens dat geheimhouding tot een minimum beperkt moet worden en als er al geheimhouding wordt opgelegd, dit moet geschieden op basis van artikel 25 lid 3, hetgeen inhoudt dat de Raad bij haar eerstvolgende raadsvergadering de geheimhouding bekrachtigt? Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat alleen op deze wijze van een democratisch, transparant bestuur sprake kan zijn?

Antwoord 3

Wij zijn het eens met uw uitgangspunt om geheimhouding tot een minimum te beperken. Uw stelling dat dit voor een democratisch en transparant bestuur te allen tijde moet geschieden op basis van lid 3 van artikel 25 Gemeentewet onderschrijven wij niet. Zoals uitgelegd in antwoord 1 kan dit ook via lid 4 van artikel 25 Gemeentewet.

Vraag 4

Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat geheimhouding van stukken en ook geheim vergaderen tot hoge uitzondering moet worden verheven? Is het College het met de fractie van Westland Verstandig eens dat uw College thans in ieder geval dit uitgangspunt niet in acht neemt? De vraag is dan waarom uw college op deze wijze handelt?

Antwoord 4

Zoals ook in antwoord 3 is aangegeven zijn we het met u eens dat geheime stukken en vergaderingen tot een minimum beperkt dienen te worden. Het neemt echter niet weg dat het in voorkomende gevallen noodzakelijk is informatie geheim te houden. Zoals in de Wet openbaarheid van bestuur aangegeven kan het dan gaan om bescherming van financiële of economische belangen van publiekrechtelijke lichamen - of om het voorkomen van onevenredige bevoordeling of benadeling van derden.

Vraag 5

Handelt uw college met de gehele Raad op dezelfde wijze of zijn bepaalde partijen uitgezonderd daarbij en weten die meer? Een voorbeeld zijn de stukken over de twee halve nieuwe gemeentehuizen. Deze worden volgende week gelijk met een presentatie aan de pers en de medewerkers aan de Raad toegelicht nadat Westland Verstandig daar eerder opmerkingen over gemaakt had. De fractie Westland Verstandig heeft nimmer kennis genomen van enig stuk. Geldt hetzelfde voor de andere fracties c.q. fractievoorzitters?

Antwoord 5

Uiteraard wordt voor de gehele raad eenzelfde regime gehanteerd. Van uitzonderingen voor fracties of fractievoorzitters is geen sprake.

Wij gaan er vanuit uw vragen met deze brief te hebben beantwoord.

Burgemeester en wethouders van Westland,

de secretaris,                       de burgemeester,

M. van Beek

J. van der Tak

Ambtelijke inzet

Naar aanleiding van de raadsmotie d.d. 18 maart 2015 wordt aangegeven hoeveel inzet is gepleegd om deze vragen te beantwoorden. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen vaste en variabele inzet. Onder de vaste inzet wordt verstaan het (besluitvormings)proces dat altijd nodig is om de beantwoording te verzorgen. Dit betreft circa 2 uur, wat resulteert in vaste loonkosten van circa € 176,00. Daarnaast is circa 2 uur ambtelijke inzet gepleegd voor de inhoudelijke beantwoording, wat resulteert in € 176,00 (aantal uren x € 88,00). In totaal betreft het dus € 352,00 aan loonkosten. Voor de beantwoording zijn geen kosten gemaakt voor externe advisering.

 

 

 

 

 

 

Reacties ((geen reacties geplaatst))

Nog geen reactie geplaatst

Plaats een reactie

U bent vrij om te reageren met behoud van respect en fatsoen. Kleineren is not done. Alle geplaatste reacties worden een paar keer per dag nagekeken en zijn niet direct zichtbaar. Dus even geduld aub.