Stand van zaken omgevingsvergunning voor GFT Solutions

Naaldwijk 20.10.2018 - Op 12 oktober heeft fractie VVD collegevragen gesteld over de stankoverlast bij GFT Solutions aan de Industriestraat te Naaldwijk.

Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeert het college u als volgt.

Vraag 1

Kan het college inzicht geven in de vorderingen aangaande de aanpak van overlast op deze locatie?

Antwoord 1

Met betrekking tot het bedrijf GFT-Solutions zijn vanaf medio 2017 klachten ontvangen inzake geuroverlast. Naar aanleiding hiervan is de formele situatie rond de vestiging in samenwerking met de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH) onderzocht. Geconstateerd werd dat het bedrijf ter plaatse in strijd gevestigd is met  het vigerende bestemmingsplan “De Hoge Woerd”.

Volgens het bestemmingsplan is op het perceel bedrijvigheid toegestaan behorend tot categorie 3.2. als bedoeld in de staat van bedrijfsactiviteiten behorende bij het bestemmingsplan. Deze staat van bedrijfsactiviteiten is opgesteld overeenkomstig de richtlijn “Bedrijven en milieuzonering” van de VNG. Bedrijven behorend tot categorie 3.2 moeten volgens deze richtlijn een afstand van 100 meter in acht nemen tot milieugevoelige objecten zoals woningen.

De activiteiten van het bedrijf GFT Solutions zijn niet expliciet in de richtlijn “Bedrijven en milieuzonering” genoemd. Het bestemmingsplan bepaalt, dat in dat geval een bedrijf zich mag vestigen indien door specifiek onderzoek wordt aangetoond, dat het bedrijf vergelijkbaar is met een bedrijf behorend tot categorie 3.2. Voor GFT Solutions geldt dat voor de omgeving bepalend is de geur van activiteiten. Het bedrijf heeft daarom een specifiek geuronderzoek laten uitvoeren. Dit onderzoek d.d. februari 2018 is ter beoordeling voorgelegd aan de ODH. Volgens de ODH was het onderzoek niet volledig maar kon op basis van het onderzoek wel woren vastgesteld, dat het bedrijf qua milieuhinder niet vergelijkbaar is met een bedrijf behorend tot categorie 3.2.

Mede naar aanleiding van het onderzoek werd door de ODH namens ons college aan GFT Solutions op 26 juli 2018 medegedeeld dat het bedrijf, gezien de activiteiten diende te beschikken over een omgevingsvergunning voor milieu (milieuvergunning) en dat de activiteiten diende te worden beëindigd per 28 augustus 2018, tenzij een milieuvergunning zou worden aangevraagd.

Op 20 augustus 2018 heeft het bedrijf een omgevingsvergunning aangevraagd voor “het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening”. Met deze aanvraag beoogde het bedrijf een legalisatie te bewerkstelligen. Deze aanvraag is echter door de aanvrager op 21 september 2018 weer ingetrokken. Vervolgens heeft het bedrijf op 22 september 2018 een nieuwe aanvraag ingediend voor “het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening” gecombineerd met een aanvraag milieuvergunning. De afhandeling van deze aanvraag verloopt via de ODH.

In het kader van eventuele handhavingsacties gerelateerd aan het bestemmingsplan moet onomstotelijk zijn vastgesteld, dat legalisatie van het bedrijf in het kader van het bestemmingsplan is uitgesloten. Het zwaartepunt van de bestemmingsplantoetsing wordt gevormd door de milieucomponent “geur”. Indien in kader van het onderdeel milieu zodanige maatregelen worden getroffen,  dat overeenkomstig het bepaalde in het bestemmingsplan een geurcirkel kan worden gerealiseerd van maximaal 100 meter dan ontstaat de bevoegdheid voor ons college vestiging van het bedrijf in te passen in het bestemmingsplan. Nu het bedrijf een milieuvergunning heeft aangevraagd dient op dit verzoek eerst te zijn besloten zodat legalisatie is uitgesloten, alvorens het handhavingstraject (in verband met geuroverlast) kan worden voortgezet.

Vraag 2

Kan het college aangeven waarom hier niet direct tot sluiting van dit bedrijf is overgegaan?

Antwoord 2

In verband met een directe sluiting dient onder meer vast te staan dat formele inpassing van het bedrijf is uitgesloten. Zoals uit de beantwoording onder 1 blijkt is dit, gezien de lopende aanvraag om omgevingsvergunning in het kader ruimtelijke ordening en het milieu, vooralsnog niet het geval.

Vraag 3

Kan het college aangeven waarom het bedrijf GFT Solutions, ondanks vastgestelde overlast en gezondheidsrisico’s voor de omgeving, in strijd met het bestemmingsplan zonder vergunning nog steeds “bedrijfsmatig” opereert?

Antwoord 3

In de beantwoording onder vraag 1 en 2 wordt aangegeven waarom het bedrijf nog operationeel is. Kortheidshalve wordt naar deze antwoorden verwezen.

Met betrekking tot mogelijke gezondheidsrisico’s is door de GGD Haaglanden bij brief 15 augustus 2018 geadviseerd met betrekking tot de te nemen vervolgstappen ten aanzien van het bedrijf. Op hoofdlijnen werd geadviseerd:

- allereerst de meest ernstige geurhinder weg te nemen door geurreducerende maatregelen;

- het bedrijf een representatief geurrapport te laten opstellen;

- een plan van aanpak op te stellen om de geurhinder voor de omgeving te reduceren tot een niveau overeenkomstig het geurbeleid van de provincie Zuid-Holland.

Bij de verdere beoordeling van de vergunningaanvraag en eventuele maatregelen zal bovengenoemd advies van de GGD worden betrokken. Aanleiding tot een directe sluiting van de inrichting is het advies van de GGD Haaglanden echter niet.

Vraag 4

Kan het college aangeven wat het college gaat doen om de overlast daadwerkelijk te doen stoppen?

Antwoord 4

Het verzoek om vergunning zal in overleg met de ODH op een zo kort mogelijke termijn worden beoordeeld. Afhankelijk van de uitkomsten zal nauw worden toegezien op snelle en adequate toepassing van eventuele (geurreducerende) maatregelen. Indien blijkt uit onderzoek dat de activiteiten van het bedrijf niet kunnen worden vergund zal het handhavingstraject weer worden ingezet.