mesozoïcum leven.
Westland 17.04.2024 - Op 7 maart heeft de fractie VVD collegevragen gesteld over de vaccinatiegraad onder jonge kinderen.
Ingevolge artikel 42 van het Reglement van Orde informeren B&W u als volgt.
Inleiding
Op 14 februari maakte het RIVM bekend bezorgd te zijn over de groei van het aantal baby’s dat ernstig ziek wordt door kinkhoest.Dit wordt veroorzaakt door een dalende vaccinatiegraad. Het RIVM heeft eerder al geconstateerd dat het aantal jonge kinderen dat alle basisvaccinaties tegen infectieziekten heeft gekregen kleiner wordt. In de jongste leeftijdsgroep, tot en met 2 jaar, daalt dit zelfs tot onder de 90%.
Dit brengt de fractie van de Westlandse VVD tot de volgende vragen:
Vraag 1
Kan het college aangeven wat de vaccinatiegraad onder de jongste leeftijdsgroep in Westland is? En mocht deze dalende zijn: is het college bekend met de redenen of overwegingen van ouders om hun kind niet te laten vaccineren?
Antwoord 1
Op basis van vaccinatiecijfers Westland uit de Gezondheidsgids GGD Haaglanden komen we tot de volgende cijfers:
Vaccinatiegraad Zuigelingen (2 jaar)
- DKTP : met 90,3% boven het landelijk gemiddelde van 87,3% en gemiddelde van Haaglanden 87,5%
- BMR : met 92,9% boven het landelijk gemiddelde van 88,8% en gemiddelde van Haaglanden 88,9%
Voor zowel DKTP als BMR is in Westland sprake van een dalende trend (DKTP in 2016 96,2% en in 2023 90,3% en BMR in 2016 96,1% en in 2023 92,9%).
Beweegredenen van ouders om hun kind niet te laten vaccineren zijn zeer divers. Het kan gaan om mensen met een immigratieachtergrond die door een taalachterstand moeilijk te bereiken zijn, of mensen die om religieuze of levensbeschouwelijke redenen hun kinderen niet laten vaccineren. Daarnaast zijn er steeds meer mensen, ook hoogopgeleiden, die minder vertrouwen hebben in de medische wetenschap. Hier is een groep bijgekomen van wie het vertrouwen in de overheid flink is afgenomen. Ook zien we dat informele informatiestromen omtrent vaccineren o.a. via social media veel invloed hebben op de beeldvorming over vaccineren.
Een laatste mogelijke beweegreden waarom ouders hun kind niet laten vaccineren is dat het succes van het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) in de afgelopen jaren de urgentie tot handelen bij ouders heeft weggenomen. Infectieziekten waarvoor het RVP beschermt zijn als het ware verdwenen uit het straatbeeld.
Vraag 2
Het RIVM waarschuwt dat een vaccinatiegraad van 95% belangrijk is om de bevolking te kunnen blijven beschermen en uitbraken van infectieziekten te voorkomen. Is het college het met de Westlandse VVD eens dat de gezondheid van de Westlander voorop moet staan en dat er moet worden gestreefd om alle Westlandse kinderen te vaccineren tegen infectieziekten? Zo ja, welke maatregelen neemt het college om zoveel mogelijk Westlandse kinderen te kunnen vaccineren?
Antwoord 2
Het College is het met u eens dat er naar moet worden gestreefd om alle Westlandse kinderen te vaccineren tegen infectieziekten, deze taak is belegd bij JGZ-ZHW. In Westland is een dalende trend te zien in de vaccinatiegraad voor alle leeftijdsgroepen (met uitzondering van de vaccinatiegraad HPV, jongeren 14-20 jaar: 2016 58,7% en in 2023 63,8%). Westland is met GGD Haaglanden en JGZ Zuid-Holland West in gesprek en bespreekt welke aanvullende maatregelen nodig zijn om de geconstateerde dalende trend te stoppen.
Vraag 3
Er zijn diverse maatregelen mogelijk om de vaccinatiegraad te verhogen, waaronder:
a. Het wegnemen van belemmeringen en inzetten op flexibiliteit, zoals het inzetten van een ‘prikbus’, het organiseren van vrije inloopmomenten en het uitbreiden van openingstijden bij CJG’s (Centrum Jeugd en Gezin );
b. Het duidelijker op maat informeren van ouders over deze infectieziekten, onder meer door een streek brede campagne;
c. Het beter trainen van de gezondheidsprofessionals. Dat laatste kan bijvoorbeeld door artsen en verpleegkundigen, maar ook onderwijsprofessionals te helpen gesprekstechnieken te ontwikkelen om ouders met vragen te kunnen begeleiden. Kan het college per maatregel aangeven hoe zij hier tegenaan kijkt?
Antwoord 3
De onder a, b en c genoemde maatregelen zouden mogelijk bijdragen aan het verhogen van de vaccinatiegraad. Puntsgewijs is onze zienswijze als volgt:
a) JGZ-ZHW is actief in de regio en belast met de uitvoer van het Rijksvaccinatieprogramma. Het College staat sympathiek tegenover het wegnemen van belemmeringen en inzetten op flexibiliteit, wanneer blijkt dat dit de oorzaak is van de dalende vaccinatiegraad.
b) Het College staat hier positief tegenover. De gemeente is hierover in gesprek met JGZ-ZHW in het kader van een nog te ontwikkelen actieprogramma. Landelijk is hier ook aandacht voor.
c) We hebben geen geluiden ontvangen dat zij op dit punt belemmeringen ervaren.
Vraag 4
De gemeente krijgt jaarlijks geld van de Rijksoverheid om het Rijksvaccinatieprogramma uit te voeren. Hoe wordt dit geld in Westland besteed?
Antwoord 4
Deze middelen worden toegekend aan Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West, zij zijn als organisatie verantwoordelijk voor de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma. Deze basistaak uit de Wet publieke gezondheid (Wpg) heeft Westland namelijk belegd bij JGZ Zuid-Holland West.